Dolceacqua
Paradijs voor schilders
Dolceacqua is zonder twijfel één van de hoogtepunten in de Nervia Vallei. Naast het robuuste kasteel trekt de middeleeuwse brug de aandacht. Beide zijn kenmerkend voor dit unieke dorp wat over maar liefst twee historische kernen beschikt.
Archeologische vondsten hebben aangetoond dat er op deze plek al in de IJzertijd een nederzetting moet zijn geweest. Gevolgd door bewoning door de Keltisch Ligurische bevolking en in de Romeinse tijd. De nog steeds aanwezige druiven en olijventeelt werden in de vroege Middeleeuwen verder uitgebouwd door Benedictijner monniken van het klooster van Santa Maria della Mota.
Een document uit 1177 vermeldt het dorp en het kasteel als bezit van de Graven van Ventimiglia. Rond 1270 is het gebied verkocht aan de Doria familie, een invloedrijke familie uit de Republiek van Genua. Onder het bewind van de Doria's is het dorp uitgegroeid tot wat het nog steeds is. Verstilde geschiedenis, geschreven in steen.
Dolceacqua bestaat uit twee historische kernen, elk aan een kant van de Nervia. Met verrassende namen: het deel aan de kant van de burcht wordt ‘Terra’ (aarde) genoemd, terwijl het deel aan de andere kant ‘Borgo’ (burcht) heet. Beide delen worden verbonden door de Middeleeuwse brug.
De ligging van het kasteel van Dolceacqua is buitengewoon strategisch. Het biedt uitzicht over een groot deel van de Nervia Vallei, vanaf de kust tot aan de kromming richting Isolabona. Vanuit het Castello Doria bij Isolabona is dit punt weer zichtbaar en gaat het zicht verder in de richting Pigna en naar een groot deel van de Merdanzo Vallei. Vanaf deze twee uitkijkposten kon een groot deel van de omgeving worden beheerst.
Nadat de Genuese politicus Oberto Doria, grondlegger van de Doria Dynastie, het kasteel van Dolceacqua kocht volgde een lange periode waarin de Doria's hun invloed in het gebied lieten gelden. Die invloed gold een groot deel van de omgeving, waaronder ook de dorpen Isolabona, Apricale en Perinaldo.
De Doria's hebben tot het begin van de 20e eeuw over het gebied geheerst, met slechts een korte onderbreking waarin de feodale rechten aan de Savoye familie (de latere Koninklijke familie van het verenigde Italië) werden afgestaan.
Leden van de familie bewoonden het kasteel. Toen het kasteel in de 18e eeuw onbewoonbaar was geworden, vestigde de familie zich in het palazzo Doria, op het plein naast de parochiekerk San Antonio Abate.
Sinds de renovatie is het kasteel open voor bezichtiging. Er is een permanente expositie te zien waarin o.a. de banden met de familie Grimaldi van Monaco op een interactieve manier zichtbaar gemaakt zijn. Daarnaast zijn er regelmatig andere exposities te zien en worden er concerten, lezingen en theatervoorstellingen in het kasteel georganiseerd.
Tip voor de kinderen: in het dorp zijn muurschilderingen te vinden van ridders en ridderattributen zoals zwaarden en schilden. Kun je ze allemaal vinden? Volg het spoor van de ridders tot in het kasteel. Kijkend door de schietgaten van het kasteel waan je je een ridder op zijn uitkijkpost, heersend over de wegen van de zee naar de bergen.
Net als het kasteel is het een symbool van Dolceacqua: de Middeleeuwse brug die beide dorpskernen met elkaar verbindt. De oude brug overspant met een lengte van maar liefst 33 meter de Nervia waarna je zo de steegjes in de richting van het kasteel inloopt, of langs het water richting het centrale plein bij de parochiekerk San Antonio Abate.
De Franse schilder Claude Monet bezocht eind 1883 voor het eerst de Bloemenrivièra, in het gezelschap van collega kunstenaar Renoir. Meteen nam hij zich voor om terug te keren naar het gebied. Al in januari 1884 kwam hij terug naar Bordighera om een langere periode in de omgeving te verblijven en te werken.
Monet was onder de indruk van de brug van Dolceacqua welke hij omschreef als “een juweel van lichtheid”. Zowel de brug als het kasteel werden onderwerp van verschillende schilderijen, o.a. in Parijs te bewonderen.
"L'endroit est superbe, il y a un pont qui est un bijou de légèreté"
"De plek is fantastisch, er is een brug die een juweel van lichtheid is"
Claude Monet, 18 februari 1884
In 2019 was tijdens een unieke expositie in Dolceacqua en Bordighera werk van Monet te zien.
En nog steeds is Dolceacqua een paradijs voor schilders. In de steegjes die naar het kasteel leiden zijn verschillende galerieën te vinden waar kunstenaars eigen werk verkopen.
De bekendste specialiteiten van Dolceacqua zijn de Rossese wijn en de michetta, een zacht zoet broodje in een specifieke vorm.
De Rossese Dolceacqua is een dieprode wijn met een een zachte, volle smaak. Niet te verwarren met rosé wijnen! De druif wordt al honderden jaren op traditionele wijze op de terrassen in het gebied bij de Bloemenrivièra verbouwd. In de Nervia vallei en rond Dolceacqua zijn meerdere producenten van deze uitstekende wijn te vinden. Op verschillende plekken in het dorp zijn winkeltjes te vinden waar vaak ook geproefd kan worden. En uiteraard wordt de wijn in de vele restaurants en café's geschonken! Maar ook de traditionele witte wijn van het gebied is een proeverij waard; de Pigato en de Vermentino.
Het verhaal van de michetta (meervoud: michette) gaat terug tot het Middeleeuwse gebruik van de 'ius primae noctis' ofwel het recht van de feodale heren om de huwelijksnacht van de bruiden in zijn gebied op te eisen. Om dit te voorkomen trouwden in de 14e eeuw de jonge Lucrezia en haar verloofde Basso in het geheim. Het huwelijksfeest werd ontdekt en Lucrezia werd meegenomen door de soldaten. Zij verzette zich heftig tegen de Markies waarna deze haar, om haar te breken, liet opsluiten. Lucrezia bleef echter onverzettelijk en stierf van honger en dorst. Overmand door verdriet liet haar echtgenoot Basso zich, verstopt in een bundel hooi, op de rug van een muilezel het kasteel binnensmokkelen. Hij wist de slaapvertrekken van de Markies te bereiken. Met het mes op de keel dwong hij hem het barbaarse gebruik af te schaffen.
Om dit te vieren bakten de vrouwen van het dorp een lekkernij: een zoet broodje, gevormd naar het vrouwelijk geslachtsdeel, om te schenken aan de persoon van hun keuze.
Nog ieder jaar viert Dolceacqua op 16 augustus het feest van de michette. Vanaf de avond van 15 augustus gaan de jonge mensen van het dorp met muziek, wijn en en natuurlijk de broodjes door het dorp, dansend en lekkernijen uitdelend.
Wie zich in het donker binnen de muren van het kasteel van Dolceacqua bevindt kan haar horen zingen; de geest van Lucrezia.
Een ronddolende ‘witte vrouwe’, in de 14e eeuw van honger en dorst gestorven in de donkere kerkers omdat ze weigerde haar maagdelijkheid aan een ander dan haar eigen geliefde Basso te schenken.
Dolceacqua heeft een nauwe band met het prinsdom Monaco. Afbeeldingen van wapenschilden in het dorp vertonen vaak de adelaar van de Doria's in combinatie met de rood-witte ruiten van de Grimaldi familie.
Net als de Doria familie hebben ook de Grimaldi’s hun oorsprong in Genua. Beide families waren elkaars concurrenten in hun zucht naar heerschappij van de gebieden bij de Bloemenrivièra en de Côte d’Azur, tot in 1491 het huwelijk van Francesca Grimaldi met Luca Doria een einde maakte aan de vete. Het leek weer mis te gaan toen hun zoon Bartolomeo door Admiraal Andrea Doria aangezet werd tot de moord op zijn oom in Monaco. Andrea Doria hoopte op die manier het gebied van Genua te kunnen uitbreiden. Ondanks dat het tot strijd kwam (waarbij na belegering van het kasteel ook Apricale deels verwoest werd) mislukten zijn plannen. Gezegd wordt dat dit deels kwam door de gezamenlijke devotie voor Santa Devota waarvan een kostbaar altaarstuk door Francesca aan Dolceacqua was geschonken.
Meerdere huwelijken tussen telgen van beide adellijke families volgden, die een band smeedden die tot op heden bestaat. Dolceacqua en Monaco zijn zustersteden en de prinselijke familie is regelmatig in de Nervia vallei te gast .
Van prinses Gracia wordt gezegd dat zij het Santuario di Nostra Signora della Grazie in Isolabona tot haar favorieten rekende.
Een kostbaar altaarstuk van Santa Devota, patroonheilige van Monaco en de familie Grimaldi, is te zien in de parochiekerk Sant’ Antonio Abate aan het grote plein van het dorpsdeel Terra. In de 15e eeuw was dit een geschenk van Francesca Grimaldi na haar huwelijk met Luca Doria. Symbool van het einde van een langdurige vete tussen beide families. Het is het pronkstuk van de kerk. Dolceacqua wil het niet kwijt, hoe graag de Grimaldi’s het werk ook in Monaco zouden willen zien……